Voor zover ik weet zijn er i.h.a 3 soorten /manieren om iemand aan te spreken.
1. Tegen een gelijke. (zelfde level)
2. Tegen een meerdere (in leeftijd , rang )
3. Tegen een mindere (jonger,of ondergeschikte
dat zijn dan de 3 hoofdgroepen.
Daarnaast is er ook een verschil moet men ook rekening gaan houden welke taal je gaat gebruiken bij kollega's , vrienden , familie.
Ook kan men verschil maken tussen formele en informele , halus(fijn ) en of Kasar( "grof"

.
Eten : Tuang = halus . Dahar = kasar . Mam(van Emam) = voor kinderen.
Tuang werd ook gebruikt voor kinderen die op een hogere sociale stand zitten .
nyatu = is super grof (een dier), tjapluk , nyolodok = werd ook gebruik voor dieren.
Er is namelijk eeen verschil hoe Tyatyah (gewone mensen) de menaks ook moeten aanspreken.
Bij de Javanen (een broedervolk van de Sundanezen) heb je ook de verschillen , ze hebben ook 8 soorten/ manieren om iemand aan te spreken.